BoviLab dient als monitoringsapparaat voor de transitieperiode. Daarmee ligt de focus niet alleen op calcium- en vrije vetzuren (NEFA’s) maar ook op andere parameters die je meet in het bloed.
Rundveedierenarts Mark van Kleef heeft de uit Japan afkomstige BoviLab naar Nederland gehaald. Hij analyseert geregeld bloed tijdens zijn bedrijfsbezoeken. Tijdens twee recente bezoeken kwam Van Kleef een afwijkend magnesiumgehalte tegen bij verse- en droge koeien.
Magnesium speelt een belangrijke rol bij het calciummetabolisme. Door een toereikende magnesium opname in de droogstand kan de koe rond afkalven calcium mobiliseren. Dat doet ze via het parathormoon (PTH). Dit hormoon wordt gevormd in de bijschildklieren en speelt een belangrijke rol bij het constant houden van de calciumwaarde van het bloed.
Bij het ene bedrijf waar van Kleef bloed heeft getapt was het magnesiumgehalte op niveau maar wisselde het nogal. Een schommelend magnesiumgehalte komt niet vaak voor. De oorzaak hiervan kan aan een wisselende droge stof opname of bij het mengproces te liggen. Na het toevoegen van de mineralen aan het rantsoen is het belangrijk om goed te mengen zodat alle componenten gelijkmatig verdeeld zijn en elke hap die de koe neemt hetzelfde is. Deze veehouder kreeg het advies om het mengproces na te lopen en te controleren.
Bij het tweede bedrijf bleek dat alle koeien in de close-up fase (drie weken voor afkalven) te weinig magnesium in hun bloed hadden. De koeien op dit bedrijf lopen na afkalven een groot risico op hypocalciëmie, ook bekend als subklinische melkziekte. Deze melkveehouder kreeg het advies om meer magnesium te gaan voeren in droogstand.
Voor beide melkveebedrijven geldt dat je een magnesiumtekort misschien niet zo snel had gevonden als je geen bloed had getest. Op basis van de bloedanalyses van enkele koeien is de dierenarts in staat om direct advies te geven. Het laat zien dat BoviLab een praktische mogelijkheid geeft om conclusies te trekken over de transitieperiode.