Transitiefase beheersen is de sleutel tot een gezonde veestapel

Rondom het afkalven en in de eerste weken van de lactatie zijn koeien kwetsbaar. De meeste aandoeningen waar koeien last van kunnen krijgen komen in deze zogenaamde transitiefase voorbij. Voorbeelden van aandoeningen zijn stofwisselingsziekten zoals ketose (slepende melkziekte) en melkziekte, maar ook mastitis, lebmaagverplaatsing, klauwproblemen en een verminderde vruchtbaarheid. Vaak leidt de ene aandoening tot de andere omdat de weerstand van koeien onder druk staat. Zo ontstaat er een sneeuwbaleffect en daalt uiteindelijk de gezondheid en marge van de veestapel.

Soms zijn stofwisselingsziekten niet (duidelijk) zichtbaar. Ze kunnen dan ongezien schade aanrichten. Dit kan zich afspelen bij koeien die niet aan de verwachtingen voldoen omdat zij om onverklaarbare redenen hun potentieel niet halen.

Problemen in de transitiefase zijn veelal toe te schrijven aan de negatieve energiebalans (NEB) waar koeien na het afkalven in terechtkomen. De NEB is onvermijdelijk: de voeropname daalt op de dag van afkalven terwijl de melkproductie op gang komt. Aan de veehouder de taak om de gevolgen van de NEB zo klein mogelijk te houden. Daarvoor is de voeropname in de droogstand cruciaal. Om problemen na afkalven te beheersen, of liever gezegd te voorkomen, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat koeien goed de droogstand doorkomen.